U wordt gegeseld, in ’t gezicht geslagen,
uw hoofd moet zelfs een doornenkroon verdragen,
genageld aan het kruis, bespot door mensen
die uw dood wensen.
Waarom, mijn Heer, treft U dit zware lijden,
moet U de doodstrijd godverlaten strijden?
Mijn schuld, mijn schuld, mijn grote schuld, mijn zonden
slaan U de wonden.
Hoe wonderlijk dat Hij de straf wil dragen!
De Herder wordt het slachtlam voor zijn schapen,
de Heer betaalt de schuld van al zijn knechten,
Hij, de Gerechte!
O grote liefde waarmee U wilt geven
het mooiste wat U hebt: uw eigen leven.
Terwijl ik mij vermaakte in de wereld,
droeg U het lijden.
Ach, grote Koning, groot te allen tijde,
hoe kan ik ooit uw trouw genoeg belijden?
Wat zou een mensenhart als dank bedenken
om U te schenken?
Wil mij, o Heer, toch in uw liefde geven
om kruis naar kracht en kracht naar kruis te leven.
Gekroond zal ik, met wie uw troon omringen,
U lof toezingen.
tekst Johannes Heermann – ‘Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen’
vertaling Jan Smelik
melodie Johann Crüger 1640
Download de tekst in een Word-document
Download de powerpoint-versie