die mensen in het leven roept,
verzorgt, vertroost en trouw behoedt,
niet bovenmate hen verzoekt,
al kwelt het kwaad hun lijf en goed.
Elk nieuw jaar wordt weer oud en grauw,
God echter is steeds nieuw en oud:
in liefde nieuw en oud in trouw,
is Hij ons toonbeeld en behoud.
Wanneer de levensavond gloort,
en oud en nieuw wordt eeuwigheid,
dan brandt één lichtpunt onverstoord:
Immanuel, nu en altijd.
tekst: Jan Smelik
naar ‘Zum neuen Jahr’ van Wilhelm Wackernagel (1806-1869)
melodie: Breslau – As hymnodus sacer (Leipzig, 1625),
versie Felix Mendelssohn Bartholdy (Paulus, op. 35 nr. 29)